Burg 3 tt 1 antwoorden - Tentamen - INDICATIE HONORERING BURGERLIJK RECHT 3 10 juli 2017 ( e kans) - Studeersnel (2024)

Tentamen

Vak

Burgerlijk Recht 1 (RGPPR00110)

999+Documenten

Studenten deelden 1498 documenten in dit vak

Universiteit

Rijksuniversiteit Groningen

Studiejaar: 2021/2022

Boeken in lijstBeginselen van het Nederlandse StaatsrechtPersonen- en FamilierechtPersonen- en Familierecht en Erfrecht in een NotendopZwaartepunten van het VermogensrechtRoutledge Handbook of International Family Law

Aanbevolen voor jou

  • 5Tentamen 23 juni 2014, vragenBurgerlijk Recht 1Oefenmateriaal100% (10)
  • 7Tentamen 23 juni 2016, vragen en antwoorden - 23-6-2016 2e kansBurgerlijk Recht 1Oefenmateriaal100% (7)
  • 6Tentamen 6 April 2017, vragenBurgerlijk Recht 1Oefenmateriaal100% (6)
  • 5Tentamen 27 maart 2014, vragenBurgerlijk Recht 1Oefenmateriaal100% (5)
  • 4Tentamen 23 juni 2014, antwoordenBurgerlijk Recht 1Oefenmateriaal100% (5)

Andere studenten bekeken ook

  • Burg 3 tt 3 antwoorden - Tentamen
  • Burg 3 tt 1 - Tentamen
  • Burg 3 tt 4 antwoorden - tentamen
  • Burg 3 tt 4 - Tentamens
  • Burgerlijk Recht I Tentamen alle vragen en antwoorden
  • Stappenplan Burgerlijk Recht 1

Gerelateerde documenten

  • Week 1a. B1 Vragen
  • BR 2019 2 antwoorden
  • Burgerlijk Recht 1 week 3a
  • Oefenvragen 2019-2020
  • Tentamen 29 juni 2011, vragen en antwoorden
  • Burgerlijk recht 1 tentamen 2019/2020 eerste kans

Preview tekst

INDICATIE HONORERING BURGERLIJK RECHT 3

10 juli 2017 (

e

kans)

Aan het tentamen hebben in totaal deelgenomen @ personen (excl. niet-nakijken);voldoende @ deelnemers (@%). Gemiddeld cijfer: @

1a. Hier is sprake van zaakwaarneming ex art. 6:198: een behartiging van eens andersbelang door materiële daden (bevrijden kat), willens en wetens. De waarneming vindtplaats op redelijke grond (wil belanghebbende/noodzaak tot handelen wijzen op bevrij-dingsactie), zonder bevoegdheid daartoe (geen contract, volmacht o.i). Of Paul sprakerecht heeft op vergoeding van de door hem in het kader van de zaakwaarneming geledenschade aan broek en smartphone, hangt af van de vraag of sprake is van behoorlijkezaakwaarneming: art. 6:199 jo. 200 lid 1. I. wijst niets op onbehoorlijke zaakwaarneming.

Hoorcollege 1B (sheets 5-8 en 12) Asser/Hartkamp & Sieburgh 6-IV 2015/396-400 en 408.

1b. De rechter zal denkelijk de schadevergoeding matigen: 6:109 BW, nu er sprake is vankennelijk onaanvaardbare gevolgen voor Paul. Naast de wederzijdse draagkracht zal derechter ook de aard van de aansprakelijkheid (onzorgvuldige zaakwaarneming) mee latenwegen. Paul wilde immers helpen. Verder zal de rechter acht slaan op de aard van deschade (zaakschade), het feit dat Paul zelf ook schade lijdt en de omstandigheid dat dekat is gered zodat de buren ook voordeel hebben. Hoewel de rechter terughoudend is metmatigen (zie Ahold/Staat), is hier denkelijk wel aanleiding toe.

Verheij nr. 52; Hoorcollege 6B (sheet 11) en hoorcollege 1B (sheet 11).

2a. Een bezitter van een dier is aansprakelijk voor de door het dier aangerichte schade:art. 6:179. Theo is de bezitter van de poedel. De poedel heeft Evelien gebeten en zij lijdthierdoor schade. De schade is door de eigen energie van de hond aangericht. De hondvolgt hier namelijk geen opdracht of aanwijzing van Theo. In beginsel is de bezitter aan-sprakelijk, tenzij aansprakelijkheid op grond van de vorige afdeling zou hebben ontbrokenindien hij de gedraging van het dier waardoor de schade werd toegebracht, in zijn machtzou hebben gehad. De bezitter gaat dus slechts vrijuit indien in deze hypothetische situatiegeen aansprakelijkheid zou kunnen worden aangenomen ex art. 6:162. De tenzij-formulegaat hier niet op. Immers, als Theo de gedraging van de poedel zou hebben toegestaan,dan zou het bijten van de hond gezien de casus onrechtmatig zijn.

Hoorcollege 5A (mr. Kolder), Verheij nr. 38

2b. Het eigen schuld-verweer (art. 6:101) van Theo zal niet slagen. De fout van een ouderkan niet aan een minderjarig kind worden toegerekend (kinderen zijn ook niet kwalitatiefaansprakelijk voor het gedrag van hun ouders), wanneer het kind schade lijdt als gevolgvan zowel toedoen van één van de ouders als toedoen van een derde (arrestBoon/Prenger NJ 1986/690, niet verplicht wel genoemd tijdens college, inclusief voor-beeld).

Hoorcollege 5B (sheet 6), Verheij nr. 50, p. 179

BR3.1617.2e 2

2c. Art. 6:183 lid 1 BW bepaalt dat jeugdige leeftijd niet in de weg staat aan kwalitatieveaansprakelijkheid. In beginsel zou Theo dus uit hoofde van art. 6:179 BW aansprakelijkzijn. Echter, ex art. 6:183 lid 2 zijn de ouders van Theo in plaats van Theo aansprakelijk,omdat Theo jonger dan 14 jaar is, hij is namelijk 13. De poedel wordt niet gebruikt in deuitoefening van een bedrijf.

Verheij nr. 31, p. 122 (ook genoemd op sheet 10 van HC 4A).

3. Petra kan worden aangesproken door de gemeente op grond van art. 6:166 BW(groepsaansprakelijkheid). Uit de casus blijkt immers dat tenminste één groepslid on-rechtmatig schade heeft toegebracht door met stenen te gooien. Ondanks het feit dat nietduidelijk is wie met stenen gooide en wie het kunstwerk heeft beschadigd, kan Petra voorde schade aan het kunstwerk worden aangesproken, omdat de kans op het toebrengenvan schade haar had te behoren te weerhouden van haar gedragingen in groepsverband.Petra heeft zich niet gedistantieerd van de gedragingen binnen de groep en dit kan haarworden toegerekend op basis van schuld. Omdat zij wist of behoorde te weten dat de ge-dragingen binnen de groep gevaar schiep voor het ontstaan van schade, is zij aansprake-lijk jegens de gemeente en wel hoofdelijk aansprakelijk ex art. 6:166 lid 1 BW. De ge-meente kan haar dus voor de gehele schade aanspreken (eventueel wijzen op lid 2).

NB Bij toepassing van art. 6:166 wordt de causaliteitsvraag geëcarteerd, anders dan bij6:99. 6:99 is hier niet van toepassing nu gegeven is dat niet duidelijk is wie precies binnende groep met stenen gooide en dus niet vaststaat dat Petra met stenen heeft gegooid (deschadeveroorzakende gebeurtenis).

Hoorcollege 4B (sheet 17), Verheij nr. 22.

4a. Veenstra BV is als werkgever aansprakelijk voor de letselschade van Siemen op grondvan art. 7:658 lid 2 jo. lid 1 BW, omdat ondergeschikte Siemen letselschade (neuskan*er)lijdt in het kader van de uitoefening van schilderwerkzaamheden. De tenzij-clausule uit lid2 gaat niet op. Veenstra heeft Siemen vaak gewaarschuwd en berispt maar dat gaat nietver genoeg (hij had voor een goed zittend kapje moeten zorgen en er iedere dag op moe-ten letten dat hij het kapje op deed). Er kan evenmin worden gesteld dat de nalatigheidvan Siemen bewust roekeloos of opzettelijk van aard is. Niet gebleken is dat Siemen zichtijdens het verrichten van zijn onmiddellijk aan het ongeval voorafgaande gedraging vanhet roekeloze karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust zou zijn geweest en dat deschending van de zorgplicht door Veenstra in het niet valt t.o. de mate waarin de gedra-ging van Siemen tot het letsel heeft bijgedragen. (Hier is sprake van sleur/slecht gewoon-tes waarvoor de werkgever de werknemer moet behoeden).

Hoorcollege 4A (sheets 23-25) en HR Pollemans/Hoondert. Asser/Heerma van Voss 7-V2015/

4b. Hier speelt een causaliteitsprobleem: omdat de oorzaak van de neuskan*er niet metzekerheid kan worden vastgesteld, kan niet worden vastgesteld of de schade is geleden

BR3.1617.2e 4

6a. Is hier sprake van gevaarzetting (art. 6:162/Kelderluik)? In de privésfeer geldt een ver-hoogde aansprakelijkheidsdrempel. Hier is denkelijk sprake van een ongelukkige samen-loop van omstandigheden (sport en spel ligt minder voor de hand). Of een sprintje langseen privézwembad een onrechtmatige gedraging vormt, valt immers te betwijfelen. Nietreeds de enkele mogelijkheid van een ongeval, als verwezenlijking van aan een bepaaldgedrag inherent gevaar, doet dat gedrag onrechtmatig zijn, maar zodanig gevaarschep-pend gedrag (rennen langs een zwembad) is slechts onrechtmatig indien de mate vanwaarschijnlijkheid van een ongeval (het oplopen van een ernstig hoofdletsel door een an-der) als gevolg van dat gedrag zo groot is, dat de dader zich naar maatstaven van zorg-vuldigheid van dat gedrag had moeten onthouden (Zwiepende tak-arrest). Piet moet waar-schijnlijk zijn eigen schade dragen.

Hoorcollege 1A en 1B; Verheij, nr. 24 en 24; vgl. ECLI:NL:GHSHE:2016:2628: 4.12.

6b. De rechter zal de schade zo begroten dat de benadeelde financieel in de positie wordtgebracht waarin hij zich zonder het ongeval zou hebben bevonden. Het gaat om een ver-gelijking tussen het inkomen van de benadeelde in de feitelijke situatie na het ongeval enhet inkomen dat de benadeelde in de hypothetische situatie zonder ongeval zou hebbenverworven. Het lastige is dat het hier gaat om de vergelijking met een situatie die nooit zalbestaan. De rechter maakt een afweging tussen goede en kwade kansen. Bij het begrotenvan zogenaamde toekomstschade (art. 6:105 BW) is een zekere mate van abstractie no-dig: de rechter maakt gebruik van statistische gegevens en gaat hij over tot een schattingop basis van een aantal gezichtspunten: 1) opleidingsniveau, 2) beroepskeuze en 3) ar-beidsparticipatie (veelal statistische gegevens). Hij kan kiezen tussen een som ineens(krijgt vaak de voorkeur) of om periodieke uitkeringen. Piet moet de toekomstschade stel-len en bewijzen, er mogen echter ‘geen strenge eisen worden gesteld aan de motiveringvan de schatting van het verlies aan arbeidsvermogen’.

Hoorcollege 3B (sheet 6); arrest Molenaarszoon (verplicht); Verheij, nr. 48, p. 173-174.

Burg 3 tt 1 antwoorden - Tentamen - INDICATIE HONORERING BURGERLIJK RECHT 3 10 juli 2017 ( e kans) - Studeersnel (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Arline Emard IV

Last Updated:

Views: 5807

Rating: 4.1 / 5 (52 voted)

Reviews: 83% of readers found this page helpful

Author information

Name: Arline Emard IV

Birthday: 1996-07-10

Address: 8912 Hintz Shore, West Louie, AZ 69363-0747

Phone: +13454700762376

Job: Administration Technician

Hobby: Paintball, Horseback riding, Cycling, Running, Macrame, Playing musical instruments, Soapmaking

Introduction: My name is Arline Emard IV, I am a cheerful, gorgeous, colorful, joyous, excited, super, inquisitive person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.